Winterregels: Wat verandert er de komende maanden op de
golfbaan?


Winterregels zijn plaatselijke regels die tijdelijk ingevoerd kunnen worden om golfers een beetje te helpen als de baan er minder goed bij ligt door slechtere weersomstandigheden. Doe er je voordeel mee!


Plaatsen
‘Plaatsen’ is in feite een plaatselijke regel die alleen in de koude maanden geldt en alleen op kort gemaaide delen van de baan (fairway, voorgreen en fringe rond de green). De winterregel ‘Plaatsen’ houdt in dat je de bal mag
schoonmaken en plaatsen. Tussen 1 november en 30 april mogen clubs de plaatselijke regel invoeren. De precieze formulering van de plaatselijke regel:
Een bal die op een kort gemaaid gedeelte door de baan ligt, mag zonder straf worden verplaatst of opgenomen en worden schoongemaakt. De speler mag een bal plaatsen binnen 15 centimeter van de plaats waar hij oorspronkelijk lag, maar niet dichter bij de hole. De speler mag de bal eenmaal verplaatsen of plaatsen en nadat de bal is verplaatst of geplaatst is hij in het spel. Noot: 'kort gemaaid gedeelte' betekent elk deel van de baan, met inbegrip van paden door de rough, gemaaid op fairwayhoogte of lager.


Ingebedde bal
Zowel op de fairway als ook in de rough mag je een ingebedde bal zonder straf opnemen, schoonmaken en droppen binnen 1 clublengte direct achter de oorspronkelijke ligging, niet dichter bij de hole.
Een bal is alleen ingebed indien die in zijn eigen pitchmark ligt en waarbij de grond is ingedeukt.


Winter tees
‘Winter tees ’is een baan-regel, toegepast om de normale gras-tees te laten herstellen, maar ook omdat je bij gras-tees in de winterperiode al snel in de modder staat, of bij vorst op harde hobbels. ‘Winter tees ’geldt dus voor een lange periode. Winter tees zijn bij ons vanaf een mat, met alleen de blauwe en de oranje tee. Dan moet natuurlijk ook de blauwe respectievelijk oranje handicap-tabel worden gebruikt. Bij ‘winter tees ’blijft de baan gewoon qualifying.


Wintergreens
Ook ‘Winter greens ’is een baan-regel, toegepast om bij vorst of opdooi de normale greens te beschermen. De normale greens worden dan met een blauwe vlag tot GUR (verplicht ontwijken!) gemaakt. Bij lichte nachtvorst geldt soms ‘winter greens ’maar tot ’n bepaald tijdstip, zie de site. Bij ‘winter greens ’is de baan per definitie non-qualifying. Korte putts op wintergreens worden vaak niet uitgeholed: een bal binnen een putterlengte van de hole tot de grip wordt gegeven. Dus wie op een par 3 met twee slagen binnen een putterlengte van de hole ligt, maakt een par. Dit is te beschouwen als een wintertraditie; het is geen officiële regel. Wat als er wintergreens zijn en je bal rolt per ongeluk op een 'zomergreen' die op dat moment niet gebruikt worden? Dan mag je niet spelen vanaf die zomergreen. Je bal ligt op een verkeerde green zoals het in de regels heet. Je moet het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering bepalen, waar je bal niet meer op de verkeerde green is maar je voeten ook niet. Hier moet je droppen, zonder strafslag.


Tijdelijk water
De regel voor tijdelijk water geldt ook het hele seizoen, maar na de zomer hebben we er vaker mee te maken. Als je bal in een plas ligt of je voeten staan in een plas als je moet slaan, dan mag je de bal oppakken. Bepaal de nearest point of relief en drop daar een bal binnen één stoklengte. Je mag je bal schoonmaken voordat je dropt. Je krijgt niet alleen een vrije drop bij tijdelijk water op de fairway maar ook in de rough, op de green en in een bunker. Als je tijdelijk water in een bunker ontwijkt, moet je in de bunker droppen. Buiten de bunker droppen mag ook, maar dat kost dan wel een strafslag. Je dropt dan op een rechte lijn naar achteren, dus niet dichter bij de hole. De lijn loopt vanaf de hole door de plek van de oorspronkelijke bal in de bunker en verder naar achteren. Tijdelijk water op de green mag je ook ontwijken. Ligt je bal op de green en bevindt het tijdelijk water zich op je puttinglijn, dan is er ook sprake van belemmering. Bij het ontwijken van tijdelijk water op de green moet je het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering bepalen, het dichtstbijzijnde punt waar je niet gehinderd wordt door het water. Vervolgens moet je de bal plaatsen. Het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering kan ook buiten de
green liggen. Ook dan moet je de bal plaatsen. Er is sprake van tijdelijk water als het water rond je schoenen omhoogkomt bij het innemen van je stand.


Rijp en dauw
Rijp en dauw zijn geen losse natuurlijk voorwerpen (het kleeft aan het gras), dus zijn geen tijdelijk water. Je mag rijp of dauw ook niet wegvegen op de green.

Ijs, hagel en sneeuw
Wat je mag doen bij winterse neerslag is in de golfregels beschreven. Sneeuw, ijs en hagel zijn tijdelijk water óf losse natuurlijke voorwerpen, naar keuze van de speler.
• Als de hele baan bedekt is, kun je sneeuw het beste beschouwen als los natuurlijk voorwerp: je mag wat sneeuw rondom je bal wegnemen zolang je de bal niet beweegt.
• Als de baan overwegend groen is en je bal ligt op een klein stukje sneeuw, dan kun je dat het beste behandelen als tijdelijk water: ontwijken en droppen op gras.
• Losse natuurlijke voorwerpen op de green mag je wegvegen, dat geldt dus ook voor hagel.
• Je mag uiteraard ook niets doen en de bal gewoon spelen zoals die ligt.


Mist
Wat te doen bij dichte mist? In het regelboek staat niets over mist, maar de ervaring leert dat dichte mist met een zicht van minder dan 200 meter gevaarlijk is. Voor veilig golf moet een speler minimaal 300 meter zicht hebben. Bij minder dan 300 meter zicht zou er niet gespeeld moeten worden


Winterregels van de club
Aan de ene kant zijn er de regels uit het regelboekje, aan de andere kant heeft elke baan en club ook eigen clubregels in de winter, bijvoorbeeld dat buggies of trolleys niet zijn toegestaan. Op sommige banen wordt geëist dat spelers winterbanden met noppen op hun trolleys installeren.


Putterlengte
‘Putterlengte opnemen ’is weer een baan-regel, bedoeld om de green rondom de hole te sparen. Om gedoe te voorkomen kun je bij de eerste afslag afspreken wiens putter geldt, liefst geen putter met zo’n grote kop (beschadiging hole), en uiteraard geen verlengde putter. Bij het meten (putrand niet beschadigen!) het putterhoofd in de hole hangen, en de bal moet in zijn geheel binnen de putterlengte liggen. Je moet dan 1 slag bijtellen voor dat opnemen.
Bij ‘Putterlengte opnemen ’is de baan per definitie non-qualifying.

Extra aandacht voor etiquette
In de herfst en winter groeit het gras niet en het duurt veelal tot mei voordat schade is hersteld. Greens zijn in de koude maanden nog gevoeliger dan normaal en het is heel belangrijk dat elke pitchmark meteen gerepareerd wordt. Een golfbaan is het meest kwetsbaar bij het begin van vorst en zodra er dooi komt. De zomergreens moeten dan gesloten worden en soms zelfs de hele baan.